Wat ik niet ga missen aan de horeca…

Haiiii, leuk dat je weer de moeite neemt om een blogpost van mij te lezen. Zoals je hier hebt kunnen lezen heb ik een nieuwe baan. Dat betekent dat ik stop met mijn werk in de horeca. Ondanks het feit dat ik mijn collega’s zeker ga missen, zijn er ook dingen die ik zeker niet ga missen aan het werken in de horeca.

 

1. Geen sieraden

Als je in de horeca werkt mag je officieel geen sieraden dragen of je moet getrouwd zijn en een gladde trouwring hebben. Oorbellen mogen wel, maar je moet het bescheinden houden. Ik vind het dan ook altijd gek dat Herman den Blijker op televisie altijd een groot horloge om heeft. Het heeft namelijk alles te maken met hygiëne.

Nu kan ik mijn sieraden weer 24/7 dragen zonder er steeds aan te moeten denken dat ze af moeten voordat ik ga werken.

2. Geen nagellak

Nagellak mag je ook niet op wanneer je in de horeca werkt. Dit vanwege het feit dat je nagellak kan gaan chippen en in het eten waarmee je in aanraking komt terecht komt. Ik heb de afgelopen vier jaar dus amper nagellak gedragen. Collega’s deden het wel regelmatig als ze vrij waren in het weekend, maar ik vond dat te kort dag. Zit het er net op, kun je het er alweer af halen. Ik deed alleen nagellak op als ik vakantie had. Daarnaast mocht je ook geen lange nagels hebben.

Dat vond ik best lastig, want ik kan slecht tegen korte nagels. Zit waarschijnlijk gewoon tussen mijn oren, maar ben blij dat ik ze nu weer wat langer kan laten groeien en lakken!

 

3. Haren vast

Als je haren over je schouders vallen wanneer je ze los hebt, moet je het in een staart doen. In mijn geval was dat zo en had ik ook altijd mijn haar in een staart. Deze regel is er zodat er geen haren terecht kunnen komen in het eten waarmee je in aanraking komt. Heel logisch, maar met mijn steile haar hield ik er altijd een bobbel aan over in mijn haar.

Inmiddels zijn mijn haren zo kort geknipt dat ik amper nog mijn haren vast kan doen, maar ik vind persoonlijk los haar mij beter staan en zal het nu niet meer zo snel vast doen.

 

4. Nooit meer stinken

Hoe vaak ik niet van mijn werk thuis kwam en te horen kreeg waar heb je vandaag gestaan? Je ruikt zo raar…
Zelf rook ik het al niet meer, maar op mijn werk kwam ik veel in de buurt van de frituur, bakten wij saucijzenbroodjes, kaasbroodjes, croissants, brood en koeken af in de oven en bakten we pizza’s. Daar komen natuurlijk geuren van af en die gaan in je haren en kleding zitten. Niet heel handig als je direct na het werk een afspraak had haha.

Bij mijn nieuwe werk zal ik hier waarschijnlijk niet meer mee te maken hebben. Of ik moet bij een heftige brand aanwezig zijn waardoor de geur van rook in mijn kleding gaat zitten 😉

 

5. Nooit meer stomme opmerkingen/vragen

Dit ga ik het minst missen aan mijn werk in de horeca.

            Afbeeldingsresultaat voor kaasbroodje
– De vraag of (wijst een kaasbroodje aan) dit een saucijzenbroodje is?
Je antwoord dat het een saucijzenbroodje is en vervolgens de vraag krijgt of er vlees zit in een kaasbroodje… Ik heb mij regelmatig afgevraagd of die mensen nog nooit in hun leven een saucijzenbroodje of kaasbroodje gezien hadden. Kun jij mij in de reacties vertellen wat je op de linker afbeelding ziet en op de rechter?

– In het restaurant werd bijna elke dag tomatensoep en één andere soort soep tijdens de lunch in het restaurant geserveerd. Elke dag kregen wij weer opmerkingen in de trant van: “Goh, alweer tomatensoep?”, “Wat verrassend er is tomatensoep!”. Wanneer wij een keer geen tomatensoep hadden kregen wij opmerkingen zoals: “Is er geen tomatensoep? Ik had daar net zo’n zin in.” We konden het nooit goed doen!

– De onvriendelijkheid van mensen. Een voorbeeld hier van is het volgende gesprek:
Ik: “Goedemorgen!”, Bezoeker: “Koffie”. Hoe moeilijk is het om eerst even goedemorgen terug te zeggen?

Ik ben blij dat ik daar nu niet meer zoveel mee hoef te dealen. Het heeft mij wel heel veel geduld opgeleverd, want sommige mensen zijn echt vreselijk. Zo zie je dus dat echt elk nadeel zijn voordeel heeft haha.

 


Wanneer ik dit schrijf schiet mij opeens een grappige opmerking te binnen. Het was nog in het oude ziekenhuisrestaurant. Toen werkte ik er nog niet zo lang en werkte voornamelijk in de avonden. Elke week werkte ik op maandag en dinsdag van 17.00 – 20.45 uur en die week had ik op maandag mijn hand gebrand tijdens het schoonmaken van de frituur. Dus ik had de volgende dag een verbandje daar om gedaan, omdat het er niet zo fris uit zag en ik niet wilde dat het kapot zou gaan. Heb ik een bezoeker bij mij aan de kassa staan die opeens aan mij vraagt: “Kom jij ook net van het infuus af?”. Ik weet niet hoe ik toen gekeken heb, maar moest er achteraf wel erg om lachen haha!

 

In mijn vier jaar bij het ziekenhuisrestaurant heb ik zoveel dingen meegemaakt dat ik er wel een boek over kan schrijven. De verhalen die ik mee naar huis nam deden het vaak ook goed bij mijn vrienden en familie. Dat zullen zij helaas moeten missen, maar ik weet zeker dat ik ook met genoeg verhalen thuis zal komen vanuit de brandweer!

 

Kleine disclaimer: Ik wil met deze blogpost niet zeggen dat de horeca stom werk is. Het werk zelf vond ik leuk en deed het met plezier. Het waren vooral de onaardige bezoekers/personeel in het ziekenhuis die het minder leuk maakten. Er werd vaak neerbuigend gedaan tegen mijn collega’s en mij, maar je bent niks minder of je nou horecamedewerker of dokter bent. Al kreeg ik regelmatig opmerkingen van mensen die mij dat wel zo lieten voelen…

Bron afbeelding saucijzenbroodje

Bron afbeelding kaasbroodje

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *